-
1 relâcher
relâcher [rəlaasĵee]♦voorbeelden:¶ relâcher dans un port • een haven aandoen, binnenlopenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 losser maken ⇒ ontspannen, laten verslappen1. v2) vrijlaten2. se relâcherv1) verslappen3) ontspannen -
2 loosen
v. losgaan, ontspannen, verslappen; los(ser) maken, laten verslappen/vieren[ loe:sn]1 losgaan ⇒ ontspannen, verslappen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 los(ser) maken ⇒ laten verslappen/vieren♦voorbeelden:loosen up • doen ontspannen -
3 relax
v. ontspannen; zich ontspannen; verslappen[ rilæks]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontspannen ⇒ verslappen, verminderen♦voorbeelden:relax the bowels • laxerenrelax one's efforts • zich minder inspannen -
4 débrancher
débrancher [deebrãsĵee]♦voorbeelden:débrancher la télévision • de televisie afzetten1. v1) uitschakelen [stroom]2) loskoppelen [wagons]2. se débranchervzijn aandacht laten verslappen, afhaken -
5 déconcentrer
déconcentrer [deekõsãtree] -
6 relax one's attention
-
7 remit
v. verzachten, verminderen, temperen; kwijtschelden; overmaken, verwijzen; terugzenden; uitstellen; afnemen, verminderen1 afnemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 〈 benaming voor〉 doen afnemen ⇒ verminderen, laten verslappen 〈 aandacht〉; ophouden met, opheffen 〈 beleg〉; verzachten, verlichten 〈 pijn〉4 terugzenden ⇒ zenden, sturen♦voorbeelden: -
8 desserrer
desserrer [deeserree]1 losmaken ⇒ losdraaien, losschroeven♦voorbeelden:desserrer sa prise • zijn greep laten verslappen→ dent1 losgaan1. vlosschroeven, losdraaien2. se desserrerv -
9 desserrer sa prise
-
10 lockern
lockern♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk〉losser worden, verzwakken ⇒ versoepelen, zich ontspannen; verflauwen; verslappen♦voorbeelden:2 die Spannung lockerte sich • de spanning week, nam af -
11 slack
adj. slap, los; zwak, laks; lui, traag--------adv. verslapt; nalatig; langzaam--------n. slap (hangend) deel v. touw, loos; vertraging, vermindering--------v. verslappen; slabakken; luieren; verminderenslack1[ slæk]1 los/slap (hangend) deel van zeil of touw ⇒ loos♦voorbeelden:————————slack2〈bijvoeglijk naamwoord; slackness〉♦voorbeelden:————————slack31 lijntrekken ⇒ traag/minder hard werken♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
12 flag
n. vlag; vloertegel; iris; (in computers) vlaggetje, een geheugen vak dat booleaanse informatie bevat; veertjes aan een kippenpootje--------v. bevlaggen; seinen (met vlaggen), doen stoppen; bevloeren, beleggen (met vloerstenen), mat hangen, verslappen, verflauwen, kwijnenflag1[ flæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 lis(achtige) ⇒ lisbloem, lisdodde♦voorbeelden:1 〈 scheepvaart〉 flag of convenience • goedkope vlag 〈die financiële voordelen biedt; voornamelijk van Panama, Liberia〉flag of truce • witte vlagput the flag out • de vlag uitsteken, iets vierenunder the flag (of) • onder de heerschappij/voogdij (van)————————flag2I 〈onovergankelijk werkwoord; flagged〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 met vlaggen versieren/markeren2 doen stoppen (met zwaaibewegingen) ⇒ aanhouden, aanroepen♦voorbeelden:flag down a train • een trein doen stoppen (door te zwaaien) -
13 slacken
v. verslappen, zich ontspannen; verminderen, afnemen[ slækən]1 langzamer lopen/rijden♦voorbeelden:the storm is slackening • de storm neemt afslacken off/up • verminderen -
14 droop
n. buiging, het naar beneden hangen--------v. neerhangen; verflauwendroop1[ droe:p] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉————————droop21 neerhangen ⇒ (af)hangen, slap zijn/worden, krom staan3 verflauwen ⇒ afnemen, verslappen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
15 ослаблять
v1) gener. aftakelen, schrikken, verlammen, verslappen, verzwakken, schaken, laten doorschieten, ontspannen, slap maken2) navy. vieren -
16 languir
languir [lãgier]1 verflauwen ⇒ lusteloos, futloos zijn, verslappen2 smachten (naar) ⇒ verlangend wachten (op), verbeiden♦voorbeelden:ne pas laisser languir la conversation • het gesprek gaande houden♦voorbeelden: -
17 ослаблять
v1) gener. aftakelen, schrikken, verlammen, verslappen, verzwakken, schaken, laten doorschieten, ontspannen, slap maken2) navy. vieren
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский